De wil om te geloven & religieus vertrouwen en het recht om te geloven € 19,90
De wil om te geloven & religieus vertrouwen en het recht om te geloven

Hoe moet je leven?Voor de meeste mensen is dat een vraag waarvan de volle reikwijdte langzaam maar zeker tot hen doordringt. Voor William James (1842-1910) was het een opdracht waarmee hij de wereld ingestuurd werd.IN DE WIL OM TE GELOVEN eist William James een geestelijk terrein op voor de menselijke geloofservaring dat zich onttrekt aan iedere rationele bewijsvoering. Iemands geloof wordt eenvoudig gerechtvaardigd door zijn behoefte aan een geloof.James radicale solidariteitsbetuigingen aan de menselijke ervaring maakten van hem tijdens de jaren dat hij aan Harvard doceerde tot een populaire figuur, een filosoof voor gewone mensen.WAT WILLIAM JAMES ook tegenwoordig nog, of misschien juíst tegenwoordig, nog tot zo¿n aansprekende figuur maakt, iemand die we niet los kunnen laten, is zijn aanhoudende pleidooi voor de kracht van de verbeelding in het leven zelf. Wil het leven leefbaar zijn, dan moet de menselijke geest de vrijheid hebben het van binnen uit te vormen alsof het een eigen kunstwerk is, met alle irrationele tegenstrijdigheden van dien. Geloof en bijgeloof, rede en illusie, idealisme en ironie kunnen in zo¿n leven naast elkaar bestaan zonder dat het op een mentale burgeroorlog uitdraait.Kaleidoscopisch als zo¿n leven is, vormt het het beste weermiddel tegen fundamentalisme, of dat nu religious, politiek of wetenschappelijk is. Bas Heijne in NRCFENOMENOLOGISCHE KLASSIEKEN BIJ UITGEVERIJ ABRAXAS AMSTERDAM

God zoekt de mens € 27,50
God zoekt de mens

"Voor filosofen is de idee van het goede de hoogste en meest verheven gedachtegang.Voor het jodendom is de idee van het goede het op één na hoogste.Het goede kan niet bestaan zonder het heilige.""Religie begint met gevoel voor het onzegbare; filosofie eindigt met het gevoel voor het onzegbare.Religie begint waar filosofie eindigt."Abraham Joshua Heschel is een van de belangrijkste joodse denkers van de 20ste eeuw. 'Een militante mysticus' zoals Time hem eens beschreef. God zoekt de mens is het kernboek van Heschels oeuvre. De godsdienst, zegt Heschel, raakte niet in verval omdat hij weerlegd werd, maar omdat hij saai, benauwend, zouteloos werd. Wanneer geloof vervangen wordt door leer, aanbidding door regels, liefde door gewoonte, wanneer geloof alleen spreekt namens het gezag en niet met de stem van het mededogen, dan wordt zijn boodschap zinloos.Godsdienst is een antwoord op de diepste vragen van de mens. In 'God zoekt de mens' verricht Heschel een speurtocht naar vergeten vragen, filosofie als de kunst van het stellen van de juiste vragen.In zijn filosofie van het jodendom komen de essentiële vragen aan de orde en de antwoorden die het jodendom daarop te geven heeft.Fenomenologische klassieken bij Uitgeverij Abraxas, Amsterdam4e geheel herziene druk, 2011

Het heilige en het profane € 22,50
Het heilige en het profane

Mircea Eliade roept in dit inmiddels klassieke werk de antieke wereld op die nog geen scheiding kende tussen het heilige en het alledaagse.Het dagelijkse leven was ingebed in het heilige. Een huis was niet alleen praktisch maar ook heilig omdat het een afspiegeling was van het scheppingswerk van de goden. De opening in de nok was niet alleen een rookafvoer maar symboliseerde vooral de blijvende verbinding met de kosmos.Eliade schetst een wereld van betekenissen achter betekenissen en laat in dit meesterwerkje met veel overtuigende voorbeelden zien hoe inhoud en structuur van ons onbewuste verbazingwekkende overeenkomsten vertonen met de mythologieën van álle volkeren op aarde.Het religieuze met zijn rituelen en symbolen bepaald nog steeds het leven van de mens. Zelfs de seculiere maatschappij berust op religieuze structuren.

Het boekje over het bewustzijn na de dood € 23,50
Het boekje over het bewustzijn na de dood

De Duitse medicus, natuurkundige en filosoof (1801-1887) vat zijn filosofie van panpsychisme ('alles heeft bewustzijn') samen en legt uit hoe het bewustzijn de dood van het lichaam kan overleven.Het woord psyche, levenskracht of geest, heeft oude bronnen. In de zestiende eeuw werd psyche gekoppeld met logos, woord of studie. Zo ontstond psychologie, de wetenschap die bewustzijnsverschijnselen onderzoekt.De natuurkundige Gustav Fechner ontwikkelde in 1850 een wet over de relatie tussen geest en lichaam. Dit was van belang omdat de filosoof Emmanuel Kant had voorspeld dat de psychologie nooit een wetenschap kon worden omdat het onmogelijk zou zijn de processen experimenteel te meten.De bijdrage van de methode van Fechner was dat psychologie losstond van filosofische veranderingen, wetenschappelijk was en niets meer met ziel of geest te maken had. Alles was empirisch te verklaren.Het was William James die uit Fechners woorden een dubbel Leitmotiv distilleerde. Fechners bevindingen openden de deur voor de mogelijkheid van een wetenschappelijk kwantitatieve psychologie én een lans brak voor een even revolutionaire als visionaire metafysica. Als de relatie tussen de spirituele wereld en de wereld van natuurkundige verschijnselen in wiskundige termen te beschrijven valt, betoogde Fechner, dan betekent dit dat er tussen die twee werelden een rechtstreeks verband bestaat, waarbij het primaat aan de zijde van de spirituele wereld ligt. Dit was iets om over na te denken.De openingszin van het Boekje over het leven na de dood is opvallend voor de man van de empirische benadering: 'De mens leeft niet eenmaal op aarde, maar driemaal. In de eerste fase leeft de mens eenzaam in het duister. In de tweede leeft hij tussen anderen maar zonder relatie met hen. In het derde leven leeft hij waarlijk in gemeenschap.'Een ontwikkeling van lichaam naar ziel, naar geest, de drie fasen van de groei van het bewustzijn. Bij het sterven van het separate zelf, het ego, wordt de mens zich levend bewust van de omvang van de 'universele geest'.placido: De kunst om ijdel in dwaling en onrecht te volharden, noemt men leven. Wie dat eenmaal inziet, ziet het niet meer. Dat is de dood.goethe: Stirb und Werde - Sterf en kom tot leven.rudolf steiner: Wie het eigen wezen doodt, die leeft een eeuwig zijn.oftewel: Wie niet sterft voor hij sterft, gaat te gronde als hij sterft.

Quakers € 14,90
Quakers

In dit boek van de filosoof, literator en godsdienstwetenschapper Rufus Jones wordt de wezenskern van de Quakers op warmbloedige wijze belicht. De geschiedenis, religie, mentaliteit, pedagogische uitgangspunten en het humanitaire werk van de Quakers worden aangevuld met een artikel van Rudolf Otto over hun zwijgende eredienst. Ook is een compilatie van een lezing die Abraham Joshua Heschel hield voor een quakerbijeenkomst in het Duitsland van vlak voor de oorlog toegevoegd. Een lezing die aan actualiteit nog niets heeft ingeboet. Op verantwoorde godsdienstwetenschappelijke wijze is dit klassieke werk geactualiseerd en aangevuld met gegevens die voor de Nederlandse lezer van belang zijn.

Geschiedenis van de westerse astrologie € 28,50
Geschiedenis van de westerse astrologie

De astrologie behoort tot de oudste wetenschappen van de mensheid. Ze speelde niet alleen in de grote vroege beschavingen maar ook in de Europese cultuurgeschiedenis een belangrijke rol. Ze oefende invloed uit op de ontwikkeling van de natuurwetenschappen te beginnen met astronomie, natuurkunde en scheikunde. Ze werd verwerkt in filosofie en godsdienst en gaf de doorslag bij politieke beslissingen met verregaande consequenties. Kocku von Stuckrad beheerst de kunst deze verschillende aspecten te bundelen in een totaaloverzicht en laat zo de betekenis zien van een stroming binnen de Europese geschiedenis van wetenschap en cultuur die dikwijls is verwaarloosd en die men doorgaans slechts met enige smetvrees benadert. Dit duidelijk geordende en zeer informatieve boek is in de eerste plaats een eerste klas inleiding tot de systemen van astrologische interpretatie. Het gaat vergezeld van een woordenlijst met uitleg van de belangrijkste begrippen. Dit boek is een 'must' voor iedereen die zich interesseert voor de geschiedenis en voor de huidige praktijk van de astrologie – om het even of men al dan niet zelf speurt naar de wisselwerking tussen het hemelse en het aardse.

De rijkste man van Babylon € 19,90
De rijkste man van Babylon

De metafoor 'Babylonische spraakverwarring' en het daaruit afgeleide begrip 'Babylonische toestanden' is zo krachtig dat bij de term Babylonische economie de gevoelswaarde als ‘economische chaos’ wordt ervaren. Het Babylonische woord Babilim betekent ‘Godenpoort’ en wordt speels gekoppeld aan het werkwoord balal, ‘verwarren’, om zo het ontstaan van de verschillende talen te verklaren. Hoogmoed leidt tot chaos, tot toestanden luidt de bijbelse boodschap. De kernwaarden van de eeuwenoude Babylonische economie waren gebaseerd op het voorkomen van rumoer en gedoe. De duurzame welvaart en welzijn van Babylon was gebouwd op de peilers van wijsheid, rechtvaardigheid en een innovatieve handelsgeest. Met ‘genot zit in de beperking en tevredenheid is het hoogste doel', als lijfspreuk en werklust, vertrouwen, eerlijkheid, handigheid, respect, aandacht en mededogen.‘Een trage hand krijgt leed en schand Een kloeke hand krijgt eer en land’ De invloed van Mesopotamië kan niet worden overschat. Grandeur en handelsgeest brachten het land tot duurzame welvaart waar iedereen door hard werken tot zijn recht kon komen. George Clason beschrijft de werkwijze die het oude Perzië zo’n langdurige periode van vrede, beschaving en grote rijkdom heeft geschonken. Als eersten gebruikten de Babyloniërs economische regels voor het mensenpark, codices met als uitgangspunt: eerlijkheid, handigheid, werklust en een woord is een woord. In tien levendige verhalen word je meegenomen naar de dynamische wereld van het Babylonisch-Assyrische Rijk en spelenderwijs leer je de zeven gouden regels voor welvaart en welzijn. Dit boek kent ontelbaar veel lezers die er wijzer en succesvoller van zijn geworden. Welvaart, welzijn en wijsheid gaan hand in hand.

Edmund Husserl € 32,50
Edmund Husserl

Tweede herziene en vermeerderde druk; incl. Qr-code voor ontsluiting van het Het Fenomenologisch Archief Zuider-AmstelHusserl’s motto Zu den Sachen selbst vraagt om een evenwichtige denkgeest. De fenomenologische methode heeft vele sporen achtergelaten: in de filosofie van de geest, de relatie denken-taal-communicatie, pedagogiek en in de esthetica.1 Deze herkenning betekent dat leiderschap reflectie en distantie vereist, dat wijsheid voorbij kennis ligt, dat ruimte geven, echt luisteren en samenhangen ontdekken een bruikbare competentie is op fenomenologische basis. Verena Mayer schetst in deel 1 een diepgaand overzicht van Husserl’s denkbeelden. De bijlagen in deel 2 (toegevoegd aan de Nederlandse uitgave) schetsen een gevarieerd beeld van het praktische nut van de methode in verschillende situaties in allerlei vormen binnen de verschillende stromingen van het fenomenologische domein. Begeleidende artikelen en uitleg van onalledaagse begrippen verhelderen de methode. Duidelijk wordt dat veel van ons handelen eigenlijk al fenomenologisch te noemen is, ondanks een zekere afschrikwekkende werking van dat woord. Kernbegrip is aandachtig luisteren en aanschouwen zonder ballast. Het vooruitschuiven van een oordeel is het ‘filtrum’ van de fenomenologie: de oordeelsbehoefte verzwakt in de harmonie van de aangevoelde weerglans die op strenge wijze terugverwijst naar waar het werkelijk om draait. Ook als er uiteindelijk een beslissing wordt genomen. Geen hamerstuk louter aan de hand van abstracties. Administratieve ‘sorteermachines’ nemen ‘beslissingen’ en het streven om menselijke capaciteit beter te benutten, sneeuwde onder in een markt waar mensen en machines inwisselbaar zijn. Er is altijd meer over te zeggen en oplossen is samenwerken. Fenomenologische invalshoeken, al of niet onder dat predicaat, denken mee aan de aanpassingen die evident zijn om in een snel veranderende wereld te kunnen leven, desnoods te overleven. Zet je schrap. Het Fenomenologenlied klinkt pas op bladzijde 182. 2e herziene en uitgebreide druk

De onbegrepenen € 19,50
De onbegrepenen

Verhalen en essays van Carry van Bruggen over burgerzin, menselijkheid, jodenvrees & kinderen ten tijde van haar leven 1881-1932Carry Van Bruggen en haar broer Jacob Israël de Haan hadden beiden een overschuimend talent om onrechtvaardigheden te registreren én de gave om die zowel met een bewonderingswaardige welbespraaktheid als met 'gouden pennetje' aan de kaak te stellen. Carry begon als schrijver van verhalen en romans. Daarnaast bouwde zij een reputatie op als spreker en columnist bij o.a. het Algemeen Handelsblad. In 1924 was Van Bruggen de allereerste die voor de radio een toespraak hield. Daarna bleef zij een geliefde gastspreker. In haar essays wees zij onbarmhartig op gevaren als nationalisme, populisme en groepsbeïnvloeding. Jacob was tot zijn dood correspondent voor het Handelsblad in Palestina. Hoe langer hij daar verbleef hoe kritischer zijn toon werd tegenover het agressieve koloniale gedrag van sommige zionistische groeperingen. Hun nalatenschap en messcherpe observaties kunnen worden gezien als waarschuwende profetieën, gezien de blijvende relevantie van hun thema's zoals nationalisme, populisme en de impact van groepsdynamiek op de samenleving. Omdat hun werk, zelfs een eeuw later, nog steeds weergalmt en relevant blijft in hedendaagse discussies, biedt deze uitgave nieuwe lezers de mogelijkheid om hier kennis van te nemen.

Een behaagzieke vrouw of Kroniek van een onbehaaglijk samenzijn € 19,90
Een behaagzieke vrouw of Kroniek van een onbehaaglijk samenzijn

Ina schetst de tweespalt tussen wat van haar wordt verwacht en wat het hart wil in een tijd dat verhoudingen ten gunste van de man waren bepaald. In wezen draait de roman om de vraag: hoofd of hart?‘Een sensueel-sententieuze filosofie’ Carry van Bruggen transpureerde haar persoonlijke huwelijkservaringen in de fictionele blender. Maar om met Frederik van Eeden te spreken: ‘Het is toch allemaal echt zo gebeurd.’ In 'Een coquette vrouw' borduurt zij voort op de roman 'Heleen, een vroege winter' en haar sensus sentiosum van: De liefde die dienstbaar is zonder vernederend te zijn. Liefde, zegt ze hier, ligt in de stroming van het onsterfelijke, het eeuwige. Daarin bovenal zoeken we iets van dat Eeuwigheidsheimwee tot vervulling te brengen, als tegenwicht van het vluchtige, wisselende van de dingen van ons tijdelijk bestaan. Het laatste woord van Carry is dan te zijn als: De zelfaanvaarding die alles doorziet en toch met alles vrede heeft. De bereidheid zelfs deze waarheid als betrekkelijk te beschouwen, de bereidheid op pad te blijven gaan. Bijlagen: Ontstaansgeschiedenis, reacties, commentaren en de actualiteit van toen en nu.Het ParoolRecensie door Dieuwertje MertensWaarom zou je Een coquette vrouw lezen? Vaak is het boek weggezet als wraakroman. Een coquette vrouw is eerder een zedenschets of misschien wel ontwikkelingsroman. De jonge Ina weet heel goed de tweespalt te schetsen tussen wat van haar wordt verwacht en wat het hart wil, maar ook van datgeen er in de weg staat. In wezen draait haar roman om de vraag: hoofd of hart? Dit boek zou goed kunnen fungeren als sleutelroman voor het werk van Van Bruggen. ‘Distinctiedrift is levensdrift,’ schreef ze. Het omgekeerde gold ook. ‘Eenheidsdrift is doodsdrift’

Rudolf Otto € 4,95
Rudolf Otto - E-book

Vijfenzeventig jaar geleden overleed Rudolf Otto na een dramatische val van de toren van Stauffenberg. Verslaafd aan morfine, zwaar depressief en gesloopt door een tropische ziekte, opgelopen tijdens een van zijn vele reizen, kwam er een gewelddadig einde aan het bewogen leven van de Pruisische politicus, theoloog, filosoof en wereldvermaarde godsdienstkenner Louis Karl Rudolf Otto. We maken kennis met hoogbegaafde jonge Rudolf die, kampend met concentratieproblemen en zoekend naar 'de waarheid', de eerste jaren van zijn studie 'verdoet' met bijvakken als muziek- en kunstgeschiedenis, om uiteindelijk, na een 'vriendelijk advies' van zijn notoir anti-semitische professor Oriëntaalse talen in Göttingen De Lagarde, zich te concentreren op de examenvakken filosofie en godgeleerdheid. In een openhartige 'smeekbrief' vraagt hij toestemming om op korte termijn examen te mogen doen. Zeven jaar later promoveert hij en wordt privaatdocent. Een productieve tijd breekt aan. Otto verzorgt een uitgave naar de eerste druk van Friedrich Schleiermachers beroemde 'Redevoeringen over de religie' dat honderd jaar eerder was verschenen als reactie op de rationalistische tendensen van zijn tijd. Otto maakt in die tijd kennis met de historicus en latere Nobelprijswinnaar Nathan Søderblom aan wie hij altijd schatplichtig zal blijven. De kritisch-historische en godsdienstwetenschappelijke houding van Otto brengt hem in conflict met de Kerk en is een obstakel voor zijn academische carrière. Filosofie en natuurkunde staan in het middelpunt van Otto's belangstelling. Het vertaalt, onder pseudoniem, natuurkundige werken. De tegenwerking die Otto ondervond door zijn eigenzinnige houding leiden tot een persoonlijke crisis. Het is Ernst Troeltsch die hem voorhoudt vooral zichzelf te blijven, niet in paniek te raken en door te gaan doen wat hij zelf belangrijk vindt. In 1917 publiceert Otto 'Das Heilige', het boek dat hem in een klap wereldberoemd maakt. Zijn college's worden drukbezocht, om de paar maanden verschijnt er een nieuwe druk en de Engelse vertaling wordt juichend ontvangen. Met de aanstelling van Rudolf Bultmann en Martin Heidegger verschoof de belangstelling voor de liberaal-systematische theologie naar de dialectische richting. De studenten verlieten Otto en een paar jaar later ging Otto teleurgesteld met vervroegd emeritaat. In zijn laatste levensjaren hield Otto zich vooral bezig met de ethiek. Hoewel Rudolf Otto vele mensen ontmoette, leidde hij een eenzaam leven, zijn kleine hond was zijn enige metgezel op zijn wandelingen; de ernst nam met de jaren toe. Zijn zwakke gezondheid en de malaria sloopten zijn gestel. De zelfmoord van zijn joodse vriend Hermann Jacobsohn, als gevolg van de politieke ontwikkelingen in Duitsland, had hem diep getroffen, temeer omdat hij niet in staat was Jacobsohns zoon te adopteren. In oktober 1936 viel hij van een toren in Stauffenberg in de omgeving van Marburg. Over de omstandigheden is weinig bekend. Zijn zuster Johanne Ottmer schreef in december: 'Rudolf heeft veel hoofdpijn, zodat hij vaak moeite heeft om samenhangend te denken; depressies zijn ook weer komen opzetten... Hij huilt vaker.' Na een verdrietig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis stierf hij tenslotte op 6 maart 1937 aan een longontsteking. Zijn dodenmasker, afgenomen door de beeldhouwer Reinhard Paffrath in Marburg, ademt een weidse vrede, een stille verhevenheid. Ook zijn graf, hoog op de berg, vanwaar men ver uitziet, is passend voor deze persoon, wiens geest boven het aardse uitrees.

Een wijze uit het westen € 12,50
Een wijze uit het westen - E-book

'Een wijze uit het westen' vormt de opmaat tot de nieuwe druk van de Nederlandse vertaling van Rudolf Otto's meesterwerk 'Het heilige'. Dit boek geeft over tijdloze begrippen gevoelens weer uit een levensbeschouwelijk bontgekleurde samenleving. Rudolf Otto en zijn beeld van het heilige staan centraal in deze rijke schakering. Otto inspireerde velen tot het beschrijven van hun relatie met de grootste geheimenis van ons bestaan en de uitingen daarvan in opvoeding, onderwijs, kunst, geloofsbeleving of levensovertuiging. Hun beschouwingen over het mysterium tremendum & fascinans met zijn vele nuanceringen zijn in dit boek gebundeld. Deze keuze vormt de opmaat tot de derde Nederlandse druk van Rudolf Otto's boek 'Het heilige'. Met wetenschappelijke precisie en een fijnzinnig gevoel voor 'alles wat leeft en beeft' overuigt Rudolf Otto de lezer ervan dat hij de ontsluiering van het fascinerende maar ijzingwekkende mysterie met een gerust hart aan zijn gevoel kan overlaten. Dan wordt de ontmoeting met het heilige concreter en werpt het zijn vruchten af in de ontmoeting met de ander. In 'Een wijze uit het westen' komen godsdienstwetenschappers en theologen, maar ook psychologen, pedagogen, psychiaters en literatoren aan het woord en laten een veelkleurig licht schijnen over het thema van het heilige. Deze veelkleurigheid maakt het denken en de centrale begrippen van Rudolf Otto toegankelijk. Zij plaatst het heilige, numineuze als een overkoepelend begrip boven de verschillende religies en levensovertuigingen.